Bijna een derde van de Nederlanders slaapt tijdens deze ‘harde’ lockdown onrustiger en komt moeilijker uit bed dan vóór de coronacrisis. Ook vallen we moeilijker in slaap. Om de batterij op te laden doet 14 procent overdag vaker een powernap. Dat blijkt uit landelijk onderzoek in opdracht van slaapspecialist Swiss Sense, uitgevoerd in samenwerking met onafhankelijk veldwerkbureau Panel Inzicht.

Ruim 1000 Nederlanders van 18 jaar en ouder, zowel werkend als niet-werkend, zijn in januari ondervraagd over slapen in coronatijd. De crisis waarin we verkeren heeft duidelijk impact op ons slaapgedrag, zo wordt duidelijk.

Gepieker
Ten eerste hebben Nederlanders meer moeite om in slaap te vallen. Dat geldt voor 22 procent van de respondenten. Vooral vrouwen, 18- tot 34- jarigen en werkenden hebben hier moeite mee, vergeleken met mannen, andere leeftijdsgroepen en niet-werkenden.

De meeste mensen die wakker liggen piekeren over hun eigen gezondheid (32 procent), op de voet gevolgd door ‘zorgen om de gezondheid van naasten’ (31 procent). Verder geeft 22 procent aan te tobben over de financiële situatie. Het merendeel (44 procent) doet niets speciaals om alsnog in dromenland te geraken. Als er wél een activiteit wordt ondernemen, is dit het vaakst ’tv kijken’ en ‘lezen’, gevolgd door ‘op de smartphone kijken’.

Corona-angst
Als we eenmaal de slaap hebben gevat, is de kwaliteit van de nachtrust een stuk minder dan vóór corona. Vergeleken met de periode voorafgaand aan de coronacrisis bijna een op de drie Nederlanders (31 procent) onrustiger. Dit geldt naar verhouding vooral voor vrouwen en de leeftijdscategorie 18-34 jaar.

Ruim twintig procent zegt nu slechter te slapen dan vóór de coronacrisis. Als redenen worden stress en zorgen door corona vaak genoemd. “Bij iedere verstopte neus of kuchje denk je: is het misschien corona? Daarvoor dacht je aan een lichte verkoudheid en sliep je verder”, zegt iemand. Anderen wijzen op gebrek aan beweging en het vele thuiswerken. “Ander ritme en minder beweging overdag door het wegvallen van werkreistijd” en “ben uit mijn sport-/schoolritme”, zijn enkele reacties.

Sinds de eerste lockdown is onze slaapkwaliteit alleen maar verder achteruitgegaan. Ten opzichte van maart 2020 – toen ons land gedeeltelijk op slot ging – geeft namelijk 15 procent aan nu minder goed te slapen. Slechts 6 procent zegt nu juist beter te slapen dan in maart.

Snoozen populair
Na de slechtere nachtrust hebben Nederlanders meer moeite om op te staan dan vóór de coronacrisis. Bijna een derde van de respondenten (32 procent) zegt het in deze harde lockdown moeilijker te vinden om uit bed te komen. Dit geldt vooral voor vrouwen en de 18-tot 34-jarigen. Verder geeft liefst 39 procent aan minder uitgerust en minder energiek wakker te worden. Ook dit wordt vooral aangegeven door vrouwen en de 18-tot 34-jarigen.

Verder drukken we vaker op de wekker of ons alarm om nog een poosje langer te kunnen slapen. Dit zogeheten snoozen gebeurt vooral door 18- tot 34-jarigen, hoogopgeleiden en werkende mensen. 26 procent zegt nu vaker te snoozen dan voor de coronacrisis, in een enkel geval tot wel vijf keer vaker. 8 procent zet tegenwoordig überhaupt geen wekker of alarm meer.

Om op te laden en als onderbreking tussen het vele online vergaderen door doen we overdag vaker een powernap (korte slaap) dan voor de coronacrisis. 14 procent neemt vaker dan voor de pandemie zo’n pauze om de dag door te kunnen komen.

Overdag minder last
Ondanks de onrustiger nachten – en wellicht dankzij de powernaps – hebben Nederlanders niet meer moeite om zich overdag te concentreren. 43 procent zegt dat dat niet voor hen geldt, 33 procent staat er neutraal tegenover en 24 procent zegt zich daarentegen wel moeilijk te kunnen focussen. Ook worden we er niet humeuriger van. Zo is 49 procent van de respondenten is het niet eens met de stelling ‘overdag ben ik vaker chagrijnig’.

Slechter slapen is geen reden om het nieuws op tv ’s avonds laat te negeren – integendeel. 43 procent zegt het nieuws op tv nog gewoon te volgen, tegenover 21 procent die dat in meer of mindere mate niet meer doet. Ook gaan we niet eerder naar bed. Sterker nog, 18 procent kiest er zelfs voor om één of twee uur later dan daarvoor te gaan slapen.