Het kabinet draait de komende tijd flink aan de belastingknoppen om de gaten in de begroting te dichten. In de Voorjaarsnota staan plannen voor een flinke lastenverzwaring voor bv’s en directeuren-grootaandeelhouders (dga’s). Tegelijkertijd gaan het minimumloon en de onbelaste reiskostenvergoeding eerder omhoog dan gedacht.

Allereerst wordt de winstgrens voor het lage tarief in de vennootschapsbelasting (VPB) vanaf 2023 weer flink verlaagd. Sinds dit jaar betalen bv’s tot een winst van € 395.000 het lage VPB-tarief van 15%. Maar vanaf 2023 komt de grens op € 200.000 te liggen. Daarboven betalen ondernemingen dus het hoge tarief van 25,8% over de winst. Dga’s en andere houders van een aanmerkelijk belang kunnen zich bovendien opmaken voor een lastenverzwaring in box 2 van de inkomstenbelasting. In die box betalen zij bijvoorbeeld belasting over een dividenduitkering. Nu is er nog één tarief in box 2, van 26,9%. Maar vanaf 2024 is het voorstel om twee tarieven te hanteren: tot een inkomen van € 67.000 is het 26% en daarboven is het 29,5%. De Voorjaarsnota bevat niet alléén maar versoberingen. Om het koopkrachtverlies door de hoge inflatie voor vooral lage inkomens nog enigszins binnen de perken te houden is besloten om het minimumloon een jaar eerder dan het plan was te verhogen. Het minimumloon zou per 2024 in twee stappen met 7,5% omhoog gaan maar nu start de ophoging al in 2023. Volgend jaar komt er 2,5% bij, in 2024 nog eens 2,5% en in 2025 nog 2,32%. Ook wordt de onbelaste reiskostenvergoeding al in 2023 opgehoogd. In het coalitieakkoord was deze verhoging nog voor 2024 gepland, maar de Tweede Kamer heeft al verschillende keren aangedrongen op een eerdere invoering.

Enkele andere maatregelen zijn:
– De verhoging van het vrijgestelde vermogen voor box 3 naar € 80.000 wordt geschrapt. De vrijstelling blijft op € 50.650.
– Vanaf 2023 is het voor ondernemers niet meer mogelijk om fiscaal gefaciliteerd een oudedagsreserve (verder) op te bouwen. Een bestaande oudedagsreserve (artikel) kan nog wel ‘op basis van de huidige regels worden afgewikkeld’, zo staat in de nota.
– Bij de afbouw van de algemene heffingskorting gaat vanaf 2025 naast het inkomen in box 1 ook het inkomen in box 2 en box 3 meetellen.
– De voorgenomen verhoging van de ouderenkorting wordt teruggedraaid.
– Het tarief in de overdrachtsbelasting voor onder meer bedrijfspanden gaat in 2023 verder omhoog naar 10,1%. In het coalitieakkoord was al afgesproken dat dit tarief van de huidige 8% in 2023 naar 9% zou gaan.

Bron: Rendement online