Hoe doen onze buren het in de slapenbranche? Zijn er veel verschillen? Hoe is de consument? En kunnen wij nog iets van onze buren leren? Hierbij een klein voorproefje van interviews met twee Belgische detaillisten: Thierry De Vos, voorzitter van De Slaapraad en detaillist met vier slaapspeciaalzaken onder de naam Spiers Slaap, en Michel Humblet, eigenaar van Matthieu’s Beddenbedrijf.

Naar het centrum… Thierry heeft onlangs een van zijn winkels, die in Oudenaarde, verplaatst naar het centrum. “We moeten van alles blijven proberen om in het zicht te blijven van de consument. Toen er een pand van 750 vierkante meter vrijkwam, twijfelde ik geen moment en besloot de winkel naar het centrum te verhuizen. Een aankoop voor de slaapkamer wordt vaak uitgesteld. Mensen gaan niet als ze zaterdagochtend wakker worden besluiten dat ze een nieuwe matras moeten kopen. Wel gaan ze lekker kuieren in het centrum of de ‘gewone’ inkopen doen. We zien het centrum en haar terrasjes vollopen, dus daar moeten we zijn.”

Eenheidsworst en hoger segment… Michel Humblet is sinds 1999 zaakvoerder van Matthieu’s Beddenbedrijf, in het hart van Antwerpen. Over de markt zegt hij als eerste: “Een mening is geen feit en een feit is geen waarheid. Veel mensen verwarren dit.” Een gesprek over verschillen tussen België en Nederland, handel via internet en de voordelen van the happy few als klantenkring: “In ons land betalen ook zij nog voor kwaliteit.” Klanten moeten een keuze kunnen hebben, vind hij. “Wat ik te veel zie is een eenheidsworst, zeker in het lagere segment. In het hogere segment, waarin wij actief zijn, gaat het niet slecht. Een stabiele situatie. Mensen kiezen hier nog bewust voor kwaliteit in het hogere segment. Het middensegment bestaat, ook hier, nauwelijks meer: het is of hoger of lager segment waar men in valt. Of voor kiest. Ik ben blij dat we dus in het hogere segment zitten. De afgelopen warme zomer leidde overal weliswaar tot minder winkelbezoeken, maar van september 2017 tot half mei dit jaar liep het erg goed bij ons.”

Nederlanders gaan voor de prijs in plaats van kwaliteit… Beide heren zien een duidelijk verschil met Nederland. Michel: “Tot de crisis in 2008 was Nederland het walhalla op beddengebied. Alles kon. De Scandinavische topmerken verkochten in Nederland meer dan in hun eigen landen. Door de crisis is het omgeslagen: goedkoop werd de norm, ook in het hogere segment. Ik vind dat de markt in Nederland nog steeds zoekende is naar een evenwicht in prijs en kwaliteit.”

Slaapketens verzieken de branche… Thierry: “De Nederlander ziet vaak prijs als uitgangspunt. Ik merk zelfs dat dat naar ons is overgewaaid. Wij spreken dezelfde taal en websites worden soms van .nl exact omgezet naar .be. Hierdoor merk ik dat wij hier steeds meer te maken hebben met klanten die korting willen in plaats van kwaliteit. Dat is jammer. Maar het ligt ook aan sommige merken die in het verleden te veel op kortingen zijn gaan focussen. Dat kwam misschien door de komst van de vooral Nederlandse slaapketens. Nadat onder andere Tempur, rond de eeuwwisseling, er voor zorgde dat de consument besefte toch minimaal duizend euro per ligvlak te moeten uitgeven, hebben die slaapketens de branche in mijn ogen verziekt met goedkope bedsystemen. De merkfabrikanten hadden als antwoord hierop nooit kortingen moeten verkopen. Ook veel detaillisten hebben er schuld aan; ze zijn zelf op prijs gaan verkopen vanwege gebrek aan kennis en overtuigingskracht. Met kortingen werken is in mijn ogen een gebrek aan kennis.”

LEES MEER! Lees de complete interviews in Bedding Business Magazine! Vrijdag in de brievenbus.